Birma
Duizendmaal dank aan het Birmaanse ambassade eikeltje in Singapore, dat in mei zo onbeschoft onze eerste visumaanvraag heeft geweigerd! Mede door hem is Birma het laatste land in ons reisjaar geworden en daarmee de feestelijke, vette toef slagroom bóvenop onze overheerlijke wereldreistaart. Birma is zuid-oost Azië in haar meest pure vorm en hier wonen de liefste mensen van de hele wereld!
Of je naar Birma moet gaan is een reizigersgewetensvraag. Het foute militaire regime onderdrukt de bevolking, sluit regio’s af, is corrupt, ondermijnt de persvrijheid en terroriseert politieke tegenstanders. Als je gaat, gaat een deel van je geld naar het regime en dat kan toeristische bezoeken propageren als politieke steun. Als je wegblijft, ontzeg je de Birmezen directe contacten met de rest van de wereld plus de kans om wat extra’s te verdienen. En dat hebben de Birmezen hard nodig, want de jarenlange isolatiepolitiek heeft gezorgd voor een gesloten land en arm land. Wij zijn dus gegaan en hebben zo min mogelijk geld aan de overheid en zoveel mogelijk geld bij Birmaanse privé bedrijfjes uitgegeven, van fruitverkoopsters tot hostals. Van deze keuze hebben wij geen nano-seconde spijt gehad. En aan de enthousiaste Birmaanse gezichten te zien, de Birmezen zelf ook niet.
Reizen door Birma is reizen door de tijd; afhankelijk van je verblijfplaats in grote steden of op het platteland leef je ergens tussen 15 en 150 jaar in het verleden. De Birmezen hebben, sterker dan welk ander zuid-oost aziatisch volk dan ook, vastgehouden aan hun eeuwenoude cultuur, religie en gebruiken. Deels zijn zij gedwongen door het regime, maar de Birmezen zijn zelf ook trots op hun land, volk, afkomst en traditie. De meeste vrouwen Ă©n mannen kleden zich nog in de traditionele longyi, een lange wikkelrok. Veel mannen en oudere vrouwen hebben felrode monden van het kauwen op de verslavende betelpruimen; het is hier oppassen geblazen voor de rode betelfluimen. Of ze roken de authentieke groene Birma sigaren, van bescheiden maatje sigaret tot flinke toeter. De pruimen en sigaren worden broederlijk en zusterlijk met elkaar gedeeld. En om het kleurrijk plaatje compleet te maken beschilderen kinderen en vrouwen zich twee maal daags met creme-kleurige thanakapasta, voor een gave huid en tegen de felle zon.
Ook het vervoer zorgt ervoor dat je je in het verleden waant. De isolatiepolitiek heeft economische ontwikkeling belemmerd en dat zie je terug op de weg. In de grote steden domineren (oudere) auto's het straatbeeld, maar in dorpen en op het platteland zijn dat een soort dinkytoy stadsbussen en taxipickupjes, paardekoetsjes en –wagens, traag voortrollende ossekarren en zwoegende fietstaxirijders op volbepakte driewielers. Daartussendoor brommeren, fietsen en lopen ontelbare Birmezen en Birmeesjes al dan niet met hun koe of buffel aan een touw. In deze bonte, langzame verkeersstroom hebben de nieuwsgierige, lieve Birmezen voldoende tijd om “Miengelábaa!” (Hallo!) te roepen of te lachen en zwaaien.
Vasthoudend aan de lekkere taart(en koek)-gedachte, hebben wij vier weken door Birma gereisd volgens het Q-concept. Immers, een Bossche lekkernij met een “Q”, da's toch een Quukske?! Eerst ruim drie weken een q-rondje omhoog; Yangon, Inle meer, Kalaw, Mandalay, Pyin U Lwin en Yangon. En tot slot een weekje over het q-staartje omlaag, naar Kyaikhtio en Bago.
In Yangon, Birma’s grootste stad, staan veel mooi vervallen, koloniale panden, die helaas in hoog tempo worden verdrongen door lelijke chinese betonblokken. De straten staan hier al erg vol met een ietwat verouderd autopark. Maar als je tussen bebouwing en verkeer doorkijkt zie je de onmiskenbare Birmaanse cultuur terugkomen in de talloze kleine winkeltjes, restaurantjes en theehuisjes met kabouterkrukjes op straat en in de Birmezen zelf natuurlijk. Én Yangon heeft de prachtige gouden Shwedagon pagode, Birma's nationale symbool, die vanuit de hele stad te zien is. Wij hebben er vier heerlijke uren rondgehangen en samen met duizenden boeddhistische gelovigen, monniken en dagjesmensen de sprookjesachtige overgang van zon naar kunstlicht beleefd.
Omdat Birma een groot land met slechte wegen is, zijn we naar het Inle meer gevlogen. Inle betekent eigenlijk meer van vier, maar inmiddels liggen er aan en op dit meer een kleine 20 vaste en drijvende dorpen. Het meer ligt in een heuvelachtige, vruchtbare omgeving en zit vol met vis. Eerst hebben wij geprobeerd rond het meer te fietsen, maar dat werd wat lastig zonder weg. Een dag later heeft schipper-gids Nyunt Pe ons langs eensbeensroeiende vissers, zijdeweefsters, sigarenrolsters, papierschepsters en ijzersmeden door dorpjes en drijvende tuinen naar tempels en een klooster gebracht. In hun drukke(?) kloosterleven hebben monniken de katten daar geleerd om door hoepeltjes springen.
In een verlengde tuctuc en openbare bus zijn we tussen lachende Birmezen via een mooie route naar Kalaw gereden, een bergdorpje op 1300 meter hoogte. Hier hebben we de loopstokken weer eens uit het vet gehaald om een hele dag door de mooie omgeving te wandelen. Gids Michel leidde ons door akkers, bossen, rijstvelden en theeplantages naar dorpjes met vrouwen in klederdracht en schooltjes met grote combinatieklassen. Daar werden we enthousiast ontvangen, vooral door de vele kinderen.
De volgende dag kregen de verzuurde beenspiertjes rust in de taxi naar de Pindayagrotten. Hier hebben boeddhistische gelovigen in de loop der jaren meer dan 8000 boeddhabeelden verzameld en er zowaar ook nog een echt doolhofje gemaakt. Maar eerlijk gezegd was de weg naar de grotten leuker dan de grotten zelf. Het was oogsttijd en zo vol als de grotten stonden met boeddhabeelden, bijna net zo vol stonden de wegen met ossekarren. Vanuit rieten manden werden de karren volgeladen met groene kolen en de ossen sjokten vervolgens met hun vrachtje naar verzamelpunten voor grote vrachtwagens. En dat alles temidden van een heuvelachtig landschap met kleine gekleurde akkers, afgewisseld met bomen en bloeiende struiken. Prachtig, prachtig, prachtig!
Een volgende mooie, maar lange openbare busrit bracht ons naar Mandalay. Een mystieke naam voor een grote, drukke, stoffige, hete stad. Gelukkig hadden we een rustig gelegen guesthouse, waar de mensen ons als familie behandelden en vertroetelden. Het is erg moeilijk een fooitje te geven aan de goudeerlijke Birmezen; geld onder je kussen blijft er gewoon iedere dag liggen.
Zwetend, proestend en met onze eigen interpretatie van de voorrangsregels hebben we door het drukke Mandalay gefietst en daar ontzettend van genoten; miengelábaa, zwaai, lach ... miengelábaa, zwaai, lach ... miengelábaa, zwaai, lach. Om onze shirts helemaal te doordringen van onze lichaamsgeuren hebben we de 1729 treden van Mandalay Hill beklommen. Na ieder tempeltje en pagode bleek er toch nóg een trapje te zijn wat ons weer verder omhoog dwong naar de heuveltop.
Na een frisse douche zijn we naar het knusse huiskamertheatertje van de Moustache Brothers gegaan, onze derde theateravond in een heel jaar. De snorrebroeders trekken fel van leer tegen de regering en mogen niet meer openbaar optreden, maar hun huiskamershow voor toeristen wordt gedoogd. Twee van de broers zijn echter al vaker en voor langere tijd verhoord en opgesloten geweest.
Dé trekpleisters van Mandalay is niet de stad zelf, maar zijn drie oude koningssteden in de omgeving; Amarapura, Inwa en Sagaing. In zijn taxipickupje reed Sempu ons naar de afwisselende bezienswaardigheden en waar nodig stapten we op paardekar of boot. We zagen bladgoudslagers, de heiligste en “goudstbeplakte” (Mahamuni-)boeddha van Birma, boeddhabeeldhouwers, duizenden monniken tegelijk aan de lunch (maar die eten zwijgend en snel, dus waren we nét iets te laat) en natuurlijk fraaie tempels en pagodes in de oude steden. Sempu sprak nauwelijks engels en dus vroegen we soms aan een stomverbaasde colaverkoopster waar we waren en welke pagode wij nou zo mooi vonden. De prachtige dagafsluiter was de 1,2 kilometerlange teakhouten U-bein brug. Over en op deze brug kuieren, kletsen, vissen en fietsen de lokale bewoners en een enkele toerist.
Voor de broodnodige rust en verkoeling zijn we naar het brits-koloniale bergstadje Pyin U Lwin gegaan. Naast gerust hebben we er ook, langer dan de bedoeling, gewandeld naar en in de botanische tuin. Die gaf aan de rand van het stadje met koloniale huizen, bontgeverfde western-koetsjes en altijdvriendelijke Birmeesjes, een vervreemdend soort Keukenhof-gevoel. Alhoewel we daar eigenlijk nog nooit geweest zijn.
Van Mandalay zijn we in 13 uren met de slowboat naar Bagan gevaren. Een goedgekozen naam, want de boot voer langzaam en het in- en uitladen van passagiers en vracht tijdens de vele stops ging nog trager. Gelukkig maar, want zo hadden wij de kans om de bonte verzameling van sjouwende, vertrekkende, aankomende, achterblijvende, zwaaiende, lachende en ons aangapende Birmezen te bekijken en toe te lachen. En zij ons! Voor velen leek het aanmeren van de boot het hoogtepunt van de week te zijn.
Bagan is dé toeristische topattractie van Birma. Duizend jaar geleden hebben de heersers van het Eerste Birmaanse Rijk in de vlakte van Bagan een kleine vijfduizend tempels en pagodes laten bouwen. Sommigen zijn inmiddels verworden tot nauwelijks herkenbare ruïnes, maar velen zijn in het lokale, droge klimaat goed bewaard gebleven of recent gerestaureerd. Op fiets en paardekar hebben we de vlakte van Bagan doorkruist en een (beperkt) aantal van de tempels en pagodes bezocht. De meeste indruk heeft Bagan op ons gemaakt vanaf de top van een pagode of tempel, speciaal bij zonsondergang. Zover als je kunt kijken zie je honderden spitsen, tempels en pagodes in verschillende staten van verval uitsteken boven de akkers en de bomen. Dat prachtige panorama is gehuld in een verstilde nevel en dat zorgt voor een betoverende sfeer.
Vanuit Bagan hebben we ook Mount Popa nog beklommen, vooral met de taxi hoor. Deze berg is de woonplaats van 37 nats, een soort beschermgeesten. De nats werden door de Birmezen al aanbeden voor de komst van het boeddhisme en hebben hun plekje mogen behouden in de Birmaanse godsdienst. We hebben het laatste stuk Popa zelf trapgelopen en ons vrolijk verbaast over het gemak waarop deze twee godsdiensten met elkaar zijn vergroeid.
Bagan-Yangon was weer zo'n afstand, die we na een jaar met duizenden buskilometers maar gevlogen hebben. Vanaf daar namen we weer vrolijk, jawel de bus, naar Kinpun met als reisdoel de Gouden Rots. Samen met 60 andere, vooral lokale passagiers werden we op dwarszitbalken in de open laadbak van een vrachtwagen geprakt. De balken zijn 12 centimeter breed en hebben 25 centimeter tussenruimte. Als westerling kom je dan 15 centimeter tekort voor je kont of je knieën. Maar met de hulp van lachende, flexibele Birmeesjes bleek alles en iedereen wonderwel te passen. Na een uurtje slingeren bergop waren we opgelucht dat we uit onze benarde posities werden bevrijd. De lucht was echter snel weer op tijdens de steile klim van nog eens een uur naar boven. Maar de aanblik van de Gouden Rots was de doorstane ontberingen driedubbel en dwars waard. Het is moeilijk te geloven dat één haar van Boeddha, in de kleine Kyaikhtio pagode erbovenop, zorgt voor het evenwicht van deze enorme goud beschilderde en beplakte rots, die ieder moment van de klif lijkt te moeten vallen.
Onze laatste Birmaanse pleisterplaats was Bago, voor de meeste reizigers slechts een doorreisplaats. Na onze brommerritjes met het duo Kyaiw & Saw snappen wij niet waarom dat zo is. Bago wemelt van de prachtige boeddhabeelden (misschien wat erg veel) en op de brommers hebben K&S daar ons, met ontduiking van de regeringsentreegelden, langs en naar toe gereden. Hier waren we wel op tijd om in een klooster honderden monniken stilwijgend te zien eten en tegelijk wat meer te leren van hun kloosterleven.
Nu zijn we weer terug in Yangon hebben we hopelijk voldoende tijd en internet om ons Birma verhaal en foto's te publiceren (ja, gelukt!). Wij zijn bezweken voor Birma en hopen dat jullie dat ook eens mag overkomen. Wij komen hier zeker een keer terug! Nu nog een weekje uitrusten op Koh Samui en dan komen we op 3 oktober na een heel jaar weer naar jullie en naar huis.
Ta Taah, Fons en Margreet.
Reacties
Reacties
Hey vakantiegangers,
Ik heb jullie verhalen met veel plezier gelezen, en als ik ze ook lees hebben jullie een geweldige reis gehad. Geniet van jullie laatste weekje en een veilige en goede terug reis.
Gr Jess
Whoehoe Fons en Margreet zijn helemaal Top!!!!
Sorry moesten we even kwijt,,,
Wat een gaaf verhaal, voor ons des te meer reden om voorlopig nog niet te stoppen met reizen.
Gelukkig hebben jullie genoten van jullie laatste maand. Ik kan zeggen dat wij hetzelfde doen..
Nou heel veel plezier in Koh Samui.
Ook wij kijken uit naar frikandellen, spijkerbroeken, regenjassen, stampotten, eredivisie (ikke dan), nieuwe huis en natuurlijk onze familie en vrienden...
Tot Nederland
Geweldig om bijna een jaar lang jullie enthousiaste verhalen te lezen. Dat jullie er van genoten hebben (en nog) straalt er vanaf; prachtige ervaringen in prachtige landen. Goede terugreis en succes terug in Nederland!
Groetjes van Arthur&Wendy van Hostal Doña Esther in Otavalo
Tjonge ! een van de langste vehalen van de hele reis volgens mij. en je proeft echt een beetje mee.
jullie hebben er volgens mij nog lang niet genoeg van.
Dank voor jullie inspanningen ons op de hoogte te houden en goeie reis terug. Tot gauw ??
Hoi Fons en Margreet,
Wat een prachtig (en lang) verhaal weer! Jullie moeten van jullie hobby je beroep maken: reisverhalenschrijversduo. Gewoon lekker reizen, schrijven en publiceren. Wij vinden het in ieder geval leuk om te lezen.
Wij wensen jullie een heel goede reis terug en hopen jullie snel te kunnen ontmoeten!
Heel veel groetjes,
Annelies, Dré, Sofie en Greetje
He Fons en Margreet,
Ik ben niet zo'n schrijver (er is ook weinig te vertellen over de weg van Valkenswaard naar de Maaspoort), maar toch nog op de valreep een reactie.
Na alle verhalen gelezen te hebben, heb ik toch ook het gevoel een beetje op wereldreis geweest te zijn en maakt het zelfs de weg van V'waard naar de Maaspoort een stuk leuker, tis een kwestie van goed kijken! Geniet nog ff met volle teugen en tot binnenkort.
Groet, Ruud
Iedere keer dachten we "het is weer ongeveer tijd dat er een verhaal moet komen"
We snappen dat je hier een keer terug naar toe wilt. Maar dat geld voor wel meer landen denk ik.
Maar kom eerst maar even terug naar rosmalen. Rust nog lekker uit.
tot gauw. marja en rien.
Wat een prachtige afsluiting van jullie mooie reis. Goede terugreis en tot de 17e oktober!!
Groeten Irene en Dré
Had nog niet gereageerd, maar heb een jaar lang erg genoten van jullie verhalen!
Groeten,
Frank
Tjonge, wat een verhalen en avonturen en wat een geweldige reis hebben jullie gehad. Geniet van jullie laatste dagen daar, een hele goede terugreis alvast en een superweerzien met al jullie familie en vrienden gewenst.
Beso Tamara
Lieve Margreet en Fons,
Het afgelopen jaar hebben wij GENOTEN van jullie reisverhalen en foto's. Zij geven op een fantastische wijze een goed beeld van jullie belevenissen. Jullie weten zelfs het gevoel op te wekken alsof je er als kijker bij staat en meegeniet van al dat moois. Een nieuw beroep is jullie aangewaaid: reisverslaggevers. Bedankt voor al het moois waarvan wij op deze manier mee mochten genieten. Het zal jullie veel tijd gekost hebben dit steeds getrouw te blijven doen, maar het wordt zeker gewaardeerd gezien de vele positieve reacties !! Wij wensen jullie een fantastische laaste week in Ko Samui toe. Geniet nog even van de Thaise vriendelijkheid. Een hele goede reis terug naar Nederland waar jullie vast en zeker warm onthaald zullen worden. Heel veel groetjes en liefs !!
In het begin van jullie reis kreweg ik n.a.v. jullie verhalen heimwee naar een land dat ik niet kende. Nu jullie schrijven over Birma krijg ik hetzelfde gevoel, ditmaal naar de plaatsen die ik wel bezocht heb.
We hadden jullie natuurlijk nog vele jaren reisplezier gegund...maar vinden het ook wel fijn om jullie weer terug te zien!
Tot snel!
Lieve groetjes van ons
We weten niet of jullie dit berichtje nog lezen voor vertrek, maar als het zo is, wensen we jullie een fijne en veilige terug reis naar ons Nederland.
Mochten jullie dit niet meer lezen, dan WELKOM IN HET LAND VAN DE BOERENKOOL EN SPINAZIE
Hopelijk tot snel, want de kinderen hebben zin in een knuffel en ook wij kijken er naar uit jullie weer te zien en horen.
Veel lieve knuffels en groetjes van ons allen.
De Jattaatjes
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}